Feuilleton De Amsterdamse escort-huurmoord Afl. 13

Feuilleton De Amsterdamse escort-huurmoord Aflevering 13

Hoofdstuk 13

Na die blamage van de geplande arrestatie van de Karmeliet op maandagmorgen, de 21e maart 2011, zwijgen zelfs de kranten en roddelbladen over de Amsterdamse escort-oorlog. De tv is meteen al afgehaakt. Er moet nieuw nieuws komen, oud nieuws laat men links liggen om de broodnodige kijkcijfers.

Het MMB-team heeft na die dag opnieuw alles op een rijtje gezet, voor de zoveelste keer. Zij halen de stofkam er wel weer door. Zijn ze iets vergeten, kan het anders zijn dan ze hebben aangenomen? Twee weken verstrijken, dat zijn veertien vervelende dagen, ze voelen de hete adem van de hoofdcommissaris in hun nek. Dit hebben ze dit jaar eerder meegemaakt maar wat doe je eraan? Ze staan met de rug tegen de muur. Geen enkele rechercheur heeft daar vrede mee maar zal het toch moeten accepteren. Over drie weken is het waarachtig al Pasen en dan komen de gewone toeristen en vaste gasten. De beheerder van de camping vraagt vriendelijk hoe de politie aan een oplossing denkt voor zijn probleem. Pontius vraagt bedenktijd. Hij weet het even niet. Op maandagmorgen, de 4e april 2011, brengt de postbode een klein pakketje voor de chef. Het is mooi ingepakt. Was het Sinterklaaspapier op? Haalt iemand een geintje uit? Simone Poeldijk komt meteen met een schaar. Nieuwsgierig kijken ze toe hoe Pontius de verpakking verwijdert. Hij doet alsof hij een chirurg is. Ze zien een klein boekje met een leren kaft. Pontius slaat het open en hij ziet op iedere bladzijde getallen staan. En namen van dames. En namen van heren.

“Wat is dit?”

“Afpersing,” zegt Bertus op overtuigende wijze, “klassiek. De mannen worden afgeperst door de eigenaar van dit boekje. De dames zijn hoertjes en dat mag moeder de vrouw niet weten. Of op het werk denken ze schande over een hoerenloper. Neem de directeur van een goede-doelen-stichting of de voorzitter van de kerkenraad van Staphorst of Ede, ik noem maar wat.”

Inspecteur Bertus van Smook raakt meteen de roos. Zijn specialiteit. Hij neemt het boekje brutaalweg over van Pontius.

“Prima, maar wat moeten wij ermee doen? De dames valt niets te verwijten,” meent Pontius.

“Nee, dat klopt. Maar hier op het binnenblad zie ik een naam staan die ik eerder heb gezien. In een ander handschrift. Jazeker. Nawi. Een anagram van Iwan. Dat is die vent die doodgeschoten is in de taxi.”

“En verbrand,” vult Esila aan.

Nu roept Bertus opgewonden nadat hij verder heeft gebladerd: “Jezus, kijk hier. Saskia Nierop en Maruska Fikejsová. Met een kruisje achter hun naam. Nou, dan weet ik het wel. Een hitman krijgt opdracht Iwan van
Schuuren om te leggen omdat hij die meisjes heeft verdronken. Of de pooier van die meisjes heeft het zelf gedaan, zonder hitman, dat kan ook.”

“Dat was toch de Karameliet?” vraagt Esila.

“Haha, je bedoelt de Karmeliet. Klopt, heeft-ie zelf gezegd, ze waren zogenaamd weggelopen.”

“Maar waarom moesten ze dan dood? Dat begrijp ik niet, Bertus. Ik heb het erover gehad met mijn Baris en die snapt het ook niet.”

“Nee, nou, ik ook niet. Deze casus heb ik nog nooit meegemaakt. Wel iets wat erop lijkt maar niet precies zo. Verder alles goed met je man?”

“Jaja. Dus…?” reageert Esila met grote vragende ogen.

“Mijn conclusie is dat iemand wilde dat wij dit zouden weten. Een mogelijke verdachte veegt zijn eigen straatje schoon. Dat zal dus de Karmeliet zeker niet zijn. Nee, iemand wil juist de aandacht op bijvoorbeeld de Karmeliet vestigen. Die komt opnieuw in aanmerking als verdachte,” zucht Bertus.

Pontius beaamt zijn mening: “Kan je volgen maar voordat wij weer met een half bataljon voor zijn poort staan, moet er een heel dik rapport op mijn tafel liggen dat barst van de bewijzen. Keiharde bewijzen.”

Dit boekje blijkt echter de laatste meevaller te zijn. Ze kunnen met grote zekerheid Iwan van Schuuren als de moordenaar van de twee verdronken escortgirls aanwijzen maar wie de moordenaar vermoordde, blijft
onopgelost. Alle sporen zijn opgedroogd. Belangrijke ontwikkelingen ontbreken.

Een week voor Pasen valt de beslissing. Het MMB-team wordt voor de tweede keer naar huis gestuurd. Dinsdag, de 26e april 2011, mogen ze zich weer melden bij hun eigen baas onder dankzegging voor de bewezen diensten. Hoofdagent Tijl Helsink en hoofdagent Brenda van Breda weten wat ze doen moeten. Zij zijn de ogen en oren van het MMB-team dat de Amsterdamse escortbusiness achter de schermen nauwlettend volgt. Wat niemand verwacht, gebeurt toch. Het is donderdagavond, de 17e november 2011. David Bachmann heeft tot middernacht op de zaak gewerkt en rijdt vermoeid naar zijn penthouse in De Witte Kaap. Hij woont er met veel plezier en is iedere dag weer blij dat hij dit pand heeft gekocht. Min of meer als belegging heeft hij toen op de valreep er een extra garage voor € 25.000,- bijgekocht. David rijdt de ondergrondse garage binnen waar bijna alle bewoners hun auto hebben geparkeerd. Hij stapt uit en loopt naar de lift. Als de deur zich opent, deinst hij terug. Gadverdamme! Hij zal er toch eens een keer wat van zeggen want een tamelijk muffe lucht komt hem tegemoet. Dat was de vorige week ook al zo. In de hoek liggen schapenkeutels. Onbegrijpelijk! Hij stapt uit de lift, loopt naar zijn voordeur en hoort dan een raar geluid. Iets rolt over de grond. Op dit uur? Razendsnel kijkt hij achter zich en ziet de handgranaat zijn kant op rollen. In minder dan een tiende van een seconde steekt hij de sleutel in het slot, draait hem om, schopt de deur open, springt de hal in en gooit in één beweging de zware deur achter zich dicht. En dat alles met zijn machtige lichaam…, onvoorstelbaar! Die knal van de voordeur én de knal van de handgranaat klinken tegelijkertijd en dat redt hem het leven. Tegen meerprijs had hij destijds een gepantserde voordeur laten plaatsen. Dat geld is meer dan uitstekend besteed, denkt David later. Tijl Helsink en Brenda van Breda zijn er een uur later. Ze noteren zijn verhaal. Dit keer durft Big David niet te zeggen dat hij de Karmeliet verdenkt. Ja, inmiddels weer met lang haar. Dat zou echt uitmonden in een dure aanklacht tot smaad want hij heeft alleen de handgranaat zien rollen. Verder niets. Ook niets anders gehoord. Tuurlijk valt de naam van escortbureau Vlinders Escort en van Martin de Stotteraar en Dino Soerel maar hij had net zo goed de naam van de paus kunnen noemen. Bleef over dat de schapenkeutels muf roken. De rechercheurs glimlachen. Dan zit je goed in Amsterdam! Een kort verslag gaat naar Pontius, de overige teamleden en de hoofdcommissaris. De stoffige dossiers worden weer opgeborgen waar ze lagen. De kastdeuren gaan op slot. Men dronk een glas, men deed een plas en alles bleef zoals het was.

De jaarwisseling van 2011 naar 2012 verloopt rustig. Het droge weer zorgt ervoor dat het vuurwerk veilig kan worden afgestoken. Mooi vuurwerk ook. Prachtige kleuren tonen op grote hoogte een indrukwekkend
schouwspel. De knallen zijn niet meer zo oorverdovend als een tiental jaren terug, men gaat voor de schoonheid. De kurken van de champagneflessen knallen tegen het plafond, men kijkt niet op tien euro meer of minder. Men is de crisis moe! Weg met die azijnpissers die zelf nog nooit een euro hebben bezuinigd. Men zoekt de meisjes weer op en viert uitbundig feest. De escortbureaus van de Karmeliet en Big David, Budget Escort en Amsterdam 24, draaien de hoogste omzet ooit. Vlinders Escort van Martin de Stotteraar telt al bijna niet meer mee. Er blijft desondanks een dreiging van uitgaan. Hun datingsites Samen Online en King&Queen dating krijgen steeds meer inschrijvingen. Vorig jaar in november was de Karmeliet voor een weekje naar die lui op Schiermonnikoog gereisd om zakelijke informatie uit te wisselen zoals hij het noemde. Zeer interessant. Daar hoorde hij ook van de tweede aanslag op Big David. Ter voorkoming van misverstanden belde hij vanuit het eiland naar zijn compagnon en uitte zijn medeleven. Big David heeft nu bedacht om in het nieuwe jaar op alle eilanden een systeem in te voeren waarbij de klanten bij ieder bezoek van een meisje een gratis fiche krijgen waarmee ze op een ander eiland ook terecht kunnen door het daar in te leveren. Uit eigen onderzoek was namelijk gebleken dat er massa’s toeristen zijn die jarenlang afwisselend vakantie vieren op een van de eilanden. Want er wordt wat afgeneukt daar in de duinen. Sommige meisjes krijgen de erica bijna niet meer uit hun billen.

Het is de laatste dag van januari 2012. Op de SBS-redactiekamer van de beroemde misdaadjournalist Peter Rudolf de Vries stappen twee jongens naar binnen. Capuchon in de nek, het kruis van de broek op kniehoogte, logo van een Oostenrijkse adelaar op de rug. De adelaar heeft een lam in zijn klauwen. Ze gaan onwennig op een soort keukenstoel zitten met een houding van kijk mij eens. De ene heet Jack, is pas achttien jaar geworden en voert het woord. De andere is zijn neef, heet Michael, is iets jonger en gaat nog naar school. (De namen Jack en Michael zijn verzonnen door Peter in opdracht van de rechtbank Amsterdam. In de uitzending werd dit niet gezegd.) In een e-mail hebben ze de vorige dag het doel van hun komst uitgelegd Twee redactiemedewerkers nemen tegenover hen plaats, pen en papier in de aanslag.

“Ik ben Albert en mijn collega heet Justine. Jullie willen Peter de Vries spreken omdat het zo belangrijk is maar Peter is helaas verhinderd hier te zijn. Of jullie moeten morgenmiddag terugkomen. Jullie kunnen ook alles nu aan ons vertellen, dat vindt Peter goed, dat heeft hij ons telefonisch meegedeeld. Wat doen we?”

De twee jongens zwijgen en Jack haalt zijn schouders op. Hij denkt lang na. Dat is niet zijn sterkste punt maar hij komt eruit.

“Goed, we zullen vertellen. Mijn vriendin vroeg of ik voor iemand wilde werken. Ik heb een week geleden, de 24e was dat, met die man gesproken maar wist toen nog niet wat voor werk het was. Wij zijn toen benaderd om iemand om te leggen,” zegt hij snel.

Het blijft even stil aan de andere kant.

“Toe maar! Iemand omleggen…?”

“Ja, dat zeg ik. Iemand omleggen, man. Heel gewoon, toch? Ik praat toch niet raar, hè?”

“Wie moeten jullie omleggen? Kun je ons dat vertellen?”

“Jawel. David.”

“En wie is David?”

“Een grote zware man. Hij werkt als escortbaas.”

Albert en Justine kijken elkaar aan. Wat moeten ze hiermee? Zitten die jongens een verhaal uit hun duim te zuigen? Zijn ze soms stoned? Moeten zij hier naar luisteren? Wat een onzin. En ze zijn zo druk voor de volgende tv-aflevering. Justine knikt echter veelbetekenend.

Albert vraagt aan Jack: “En wie gaf jullie deze opdracht?”

“Dat weten wij niet precies. Een lange man met lang haar, hij werkt ook als escortbaas. Hij noemde zich Arthur.”

“Dat is toch vreemd! Jullie weten niet wie de opdrachtgever is? Wat krijgen jullie betaald?”

“Samen € 50.000,-. Maar ik doe het niet. Ik dacht dat het een geintje was.”

“Zozo. Je dacht dat het een geintje was? Maar je hebt de opdracht toch aangenomen? Heb je het geld al ontvangen dan?”

“Nee, dat krijgen wij als-ie dood is.”

Nu doet Michael zijn mond open: “We willen nog eens € 50.000,- van die Arthur…”

“Waarvoor?”

“Om een geluiddemper te kunnen kopen. En we moeten een paar Polen vooraf betalen,” verklaart Jack.

“Polen? Wat hebben die er mee te maken?”

“Ja, je denkt toch niet dat wij het zelf doen?” antwoordt Jack gekrenkt, “hij kon niemand anders vinden die het wilde doen en toen noemde mijn vriendin onze namen. Zomaar. Dit hebben wij ook niet eerder gedaan. Maar Arthur weigerde en zei dat als hij een loodgieter bestelde dat dan die man ook zijn eigen gereedschap meebracht. En dat moesten wij ook maar doen.”

“Weet ik toch niet. Maar, jongens, dit is een raar verhaal. Het zal best wel kloppen maar dan moeten wij een paar bewijzen hebben. Iets waardoor wij kunnen zeggen, ja, daar zit een artikel of een uitzending in. Het gaat hier wel om landelijke tv, ja? De mensen geloven ook niet meer alles wat wij hun voorschotelen. Hebben jullie een foto van het slachtoffer, ik bedoel: van die David. En wie is de opdrachtgever precies? Hebben jullie een duidelijke foto van hem? Alles kan helpen als het maar geloofwaardiger wordt. Over die Polen zullen we het maar niet verder hebben.”

“En wat nu?” vraagt Jack onzeker aan Justine.

Dit hadden zij niet verwacht. Dit is een vieze tegenvaller. Ze hebben het vooraf goed overlegd. Peter R. de Vries zal hun verhaal meteen geloven, zal het filmpje kopen en dan zien ze wel verder want deze kous is nog lang niet af. Ze hebben nog meer plannen. En nu reageren die kutjokers alsof zij het hele verhaal hebben verzonnen! Eikels!

Albert vat samen: “Als jullie volgende week nou eens terugkomen. Met foto’s en zo. Dan praten wij wel verder.”

Jack besluit zijn troef uit te spelen.

“Maar mijn neefje heeft alles opgenomen,” zegt-ie triomfantelijk, “met geluid en beeld.”

De beide medewerkers van Peter zijn sprakeloos. Zo zout hebben ze het nog nooit gegeten.

“… Ehm… Wat hebben jullie? Alles opgenomen? Wát dan?”

“Het hele gesprek met de opdrachtgever hebben wij op een bandje staan. Stiekem opgenomen. Met een
cameraatje in een pen. Heel gemakkelijk. Op een usb-stickje. Dan kun je Arthur duidelijk zien zitten, hij smakt een boterham weg en drinkt een colaatje terwijl wij niks kregen.”

“En waar is dat stickje nu?”

“Dat ligt wel ergens...”

“Nou, dat verandert de zaak. Kom dan vrijdagmiddag maar tegen twee uur, het is dan de 3e februari. Neem dat usb-stickje dan ook maar mee, dan willen we dat graag horen en zien.”

“Is goed.”

De twee jongens staan langzaam op en slenteren naar de uitgang.

Albert en Justine wachten even totdat de deur beneden in het slot valt en brullen dan van de lach.

“… We gaan er eentje omleggen maar dat doen we niet zelf,” hikt Albert.

“Leg effe een tonnetje klaar. De oude geluiddemper is versleten, hahaa.”

Als Peter op kantoor komt, wordt alles serieuzer nadat ze hem hebben ingelicht. Dat is de typische aanpak van de baas. Wat nu een geintje lijkt, kan later een mega-verhaal blijken te zijn en anders maakt-ie het er wel van. Hij geeft ze opdracht onmiddellijk alles van het internet te plukken over de escortservicebranche in Amsterdam. Later wordt dat uitgebreid tot de hele wereld. En alles verzamelen via hun geheime netwerk over David en Arthur. Een beetje smeergeld doet wonderen. Vrijdags komen de jongens inderdaad terug. Peter gaat er ook bijzitten en neemt natuurlijk de regie in eigen hand. Justine heeft een vrije dag, liegt hij.

“Zo, jongens,” lacht Peter beminnelijk, “jullie hebben een mooi verhaal voor mij, heb ik gehoord. Laat maar horen, steek maar eens van wal.”

“Alweer?”

“Ja, alweer. Ik hoor graag zelf uit de eerste hand wat iemand anders als waarheid beweert. Toe maar.”

Jack vertelt wat hij dinsdags heeft verteld aan Albert en Justine. Niet meer en niet minder. Maar dan komt de aap uit de mouw.

Jack zegt een beetje aarzelend: “Omdat Arthur die € 50.000,- niet wil betalen, vragen wij deze vergoeding van jou. We hebben best een goed verhaal dat nog nooit is vertoond in Amsterdam. We hebben andere aanbiedingen lopen en die willen best betalen. Wij hebben ook onze onkosten en nu zijn we hier al voor de tweede keer.”

Peter knikt bedachtzaam en zegt: “Dat klopt zeker. Daar zit wel wat in.”

Jack en Michael halen opgelucht adem. Zie je wel, die Peter is een geschikte peer, daar valt mee te praten. Maar Jack wil een garantie, daar heeft hij diep over nagedacht.

“Dus jij zet even zwart op wit dat je ons die € 50.000,- uitbetaalt. Laten we zeggen: binnen een week. Met je handtekening en de datum van vandaag.”

Dat laatste was een idee van Billie want die wist dat een stuk papier met een handtekening en een datum erop een akte werd genoemd en net zoveel betekende als een stuk papier van een notaris.

Gespeeld verbaasd zegt Peter: “Nou, nee, nee, zó heb ik dat niet gezegd, nee. Ik heb gezegd dat er best wel wat in zit. Ik ben best wel bereid jullie een redelijke vergoeding te betalen voor de gemaakte onkosten en de tijd die dat allemaal gaat kosten. Laten we zeggen dat ik jullie een dagvergoeding betaal van € 750,- en dat we nog twee halve dagen bezig zijn met opnemen, herhalen en zo. Een bonus van € 100,- voor jullie samen valt ook nog wel te regelen. Ik moet dat ook allemaal nog vragen aan het hoofd van onze financiële afdeling en bij SBS. Ik kan hier niet zomaar voor Sinterklaas gaan spelen. Zo is het niet!”

Peter zegt dit zo beslist dat Jack toegeeft. Dan vraagt Peter om de opname. Eerst wil Jack die niet zomaar geven. Beter gezegd: dat kán hij niet meteen want hij is zo slim geweest het stickje niet mee te nemen naar boven. Hij stelt voor dat hij terug naar beneden gaat. Daar staat een vriend van hem en die heeft het stickje verstopt. En Jack weet zelf niet eens waar, mócht Peter dubbel spel spelen en de boel verlinkt hebben aan Arthur. De vriend zal het stickje halen, aan hem geven en dan komt hij weer naar boven. Goed? Peter gaat akkoord. Deze cowboys moeten weer snel achter de koeien aan. Op de bewakingsbeelden van SBS ziet Peter dat Jack snel naar beneden loopt. Zelfs buiten het gebouw kan hij hem even volgen. Zenuwachtig om zich heen kijkend, verschijnt Jack weer in beeld. Hij loopt naar een bloembak naast de ingang en pakt vanonder de bloemen een plastic zakje. Jack komt terug met de usb-stick en bedenkt dan dat hij het afspeelapparaat niet heeft meegenomen. Stom! Maar ook nu heeft Peter wel een oplossing. Hij heeft wel zo’n computer, een heel modern ding dat alles kan. Met zachte drang ontfutselt Peter het stickje bij Jack die er maar met moeite afstand van kan doen. Dan eist hij plotseling de stick terug. Hij wil het persoonlijk in de computer doen. De journalist begrijpt dat en geeft de stick terug. Peter R. de Vries is doodnerveus. Staat erop wat Jack beweert dat erop staat of is het een canard? Dan zien ze de beelden en horen ze stemmen. Samen luisteren ze naar Arthur en Jack en Michael. Arthur geeft hen instructies hoe ze David moeten omleggen. Gewoon, rustig zijn kantoor binnenlopen en met honderd kogels moet het gebeurd zijn. Ze hebben die geluiddemper toch wel aangeschaft? Het is alsof ze praten over het killen van een tam zwijn.

“En als er andere personen in zijn kantoor zijn?” vraagt Jack praktisch.

“Dat geeft niets,” antwoordt Arthur monter, “dat geeft een mooi dwaalspoor. Leg die ook maar om. Hoe meer hoe liever. Dan weet de politie niet waar ze het moeten zoeken. In welke hoek. Neem ook alle geld mee dat je kunt vinden en alles van waarde. Laptops, BlackBerry’s, tablets, printers. Dan lijkt het een roofoverval, joh.”

Er wordt verder overlegd over het tijdstip. Jack belooft het zo spoedig mogelijk te doen maar daar neemt Arthur geen genoegen mee.

“Niks spoedig. Wanneer?”

“Goed dan, binnen drie weken.”

“Waarom zo lang gewacht?”

“Ja, dat is je eigen schuld. Ik moet eerst die Polen betalen. Geef me dan een voorschot. De helft is genoeg,” dringt Jack aan.

“Nee, nee, nee, vanaf het begin heb ik gezegd: na afloop. Denk je dat ik dat verander? Dan denk jij de volgende keer: oh, die slappe Arthur verandert zijn mening toch wel. Dan kom ik toch onbetrouwbaar over!”

Tot zijn ontzetting hoort Peter vervolgens wat Jack vraagt en wat Arthur daarop antwoordt.

“De volgende keer? Is er dan een volgende keer?”

“Tuurlijk, kerel. Ik heb nog genoeg te doen voor jullie als jullie dit varkentje hebben gewassen. Nog een paar karweitjes. Maar dan geen fouten, hè!”

“Alleen als je ons een voorschot geeft,” dramt Jack nog door.

Peter R. de Vries drukt snel de pauzeknop in en zegt nieuwsgierig tegen Jack: “Dus er is nog meer?”

“Maar dat doen wij niet. Mooi niet. Die David laten we ook mooi lopen. Als wij het geld hebben, ziet-ie ons nooit meer terug.”

“Dacht je dat?” schampert Peter met zijn afgeknepen stem, “zulke lieden halen je levend uit de hel als het moet en hangen je vel aan een spijker aan de muur.”

Als het gesprek is afgelopen, eist Jack zijn stick terug. Daar heeft Peter moeite mee. Heel vreemd. Hij weet niet welke toetsen hij moet indrukken om de stick veilig te verwijderen en doet maar wat op goed geluk. Hij spoelt het beeld ietsjes naar achteren, dan ietsjes naar voren maar het verlossende bericht verschijnt niet.

“Ja, jongens, even geduld alsjeblieft want als ik het verkeerd doe, wordt alles gewist of crasht mijn computer,” maant Peter de anderen tot kalmte, “ga maar even naar de keuken en neem een bakje pleur. Als je iets niet vaak doet, is het best wel moeilijk, hoor.”

Dat begrijpen zij ook wel en Jack is als de dood dat zijn bewijsmateriaal wordt vernietigd door zo’n stomme kluns als Peter. Dan is alle moeite tevergeefs geweest. Na enig gefrutsel met de muis lukt het hem eindelijk de stick veilig te verwijderen uit de computer.

“Stom, ik moest het beeld gewoon helemaal terugspoelen. Ik ken deze computer niet zo goed, Justine bedient hem normaal, zij is hier echt handig in,” verontschuldigt Peter zich.

“Wat gaat er nu gebeuren?” vraagt Jack.

“Ik denk aan het volgende. Wij nemen alle informatie nog eens door. Niets mag feitelijk onjuist zijn. Dan stellen wij een schema op voor een tv-uitzending en een persbericht. Willen jullie vol in beeld of met een balkje?”

De twee vrienden kijken elkaar aan en besluiten met een balkje.

“Met echte stem of verdraaid?”

Nee, verdraaid want Michael praat nogal krakerig en dat is in de kroeg meteen te herkennen. Deze keus bevalt Peter niet zo goed. Een balkje past in zijn misdaadverslaggeving, staat stoer zelfs maar als de stemmen verdraaid worden, komt het zo knullig over. Het is potdomme geen tekenfilm! Dan kan hij er net zo goed een radio-uitzending van maken. Uiterlijk onbewogen probeert hij de jongens op andere gedachten te brengen. Dat werkt, ze herzien hun opvatting.

“Goed, kom de volgende week maandag maar terug, allebei, om kwart voor tien en dan gaan we aan het werk. Alvast bedankt, hè, jongens,” lacht Peter R. de Vries.

Als ze buiten uit beeld zijn, roept hij zijn redactieleden bij elkaar. Justine komt uit een andere kamer, loopt regelrecht naar de computer en drukt een toets in. Even later horen ze het gesprek terug van Arthur en de jongens. De beelden zijn ook scherp genoeg.

“Gelukkig dat je de stick kon kopiëren,” lacht Justine opgelucht, “ik was echt bang dat je alles had gewist.”

Peter protesteert heftig: “Welnee, joh, je hebt het me toch duidelijk uitgelegd, ik ben toch niet dom? Dacht jij soms dat jij het nog een keer moest uitleggen aan mij? Kopiëren naar verwisselbare schijf G, had jij gezegd. Dan doe ik dat toch? Maar goed, wat doen we? Laten we even met z’n allen overleggen. We hebben onomstotelijk bewijs waarmee we kunnen aantonen dat die jongens zijn ingehuurd om iemand te doden. In koelen bloede! Het is nog geen moord maar het bedenken, voorbereiden en regelen van een moord is ook strafbaar. Dat weet iedereen. Als wij op korte termijn niets doen, wordt die David omgelegd door andere hitmannen. Wij kunnen niet wachten totdat Jack en Michael wat gaan doen want als ze wat gaan doen, is die David ook koud. Nee, ik beslis dat we de politie direct moeten inlichten.”

“Dus alles gratis op straat gooien? Je bent niet wijs!” zegt Justine onomwonden.

“Nee, dat ook weer niet, meid. Althans niet meteen. Wij maken hier een geweldige uitzending mee waar heel Nederland naar zal kijken. Miljoenen kijkers! Misschien wel twee. De hoogste kijkcijfers in jaren wat ik je brom. Net als bij Joran van der Sloot. Een paar vooraankondigingen, persberichten in de media, de hele mikmak halen we uit de kast.”

“En ondertussen?” vraagt Albert want hij snapt nog niet waar zijn chef heen wil.

Peter legt het uit: “Als die jongens volgende week hier terugkomen, laten we ze nog even praten. Dat ze duidelijk uitleggen dat ze zijn ingehuurd door Arthur om David te vermoorden voor € 50.000,-. Het is dan maandag, de 6e februari, dacht ik. Ja, dat klopt, zie ik Justine knikken. Je werkt de agenda al bij? Mooi. Dan hebben de rechercheurs allang hun plan getrokken en de politie kan achter die deur daar meeluisteren. Op mijn teken worden ze allebei in deze kamer gearresteerd en later Arthur ook maar dat is hun pakkie-an. Misschien die vriend die de usb-stick heeft verstopt ook nog wel. Medeplichtigheid. En onze geheime camera’s moeten perfect staan opgesteld, hè, Chris. En het geluid, kijk dat voordat ze komen nog even na. Zoals je altijd doet. Alles duidelijk voor iedereen?”

Het gaat aanvankelijk niet zoals het gepland is. De politievoorlichter schat de zaak wel op waarde in maar de rechercheurs willen eerst nog wachten met de arrestatie van de jongens om ze te volgen en te zien welke andere contacten ze hebben. Maar daar protesteert Peter met succes heftig tegen. De beelden van de arrestatie zijn onmisbaar voor zijn programma, persisteert hij. De politie haalt bakzeil.

Het weekeinde is voorbij. Alles is goed voorbereid, tot in de puntjes, zoals misdaadverslaggever Peter R. de Vries het wil. Tot zijn verrassing heeft Jack zijn vriend meegenomen. Michael zit thuis met een grote kater. De vriend vraagt bij binnenkomst meteen aan Peter of hij een vergoeding voor zijn onkosten kan krijgen.

“Welke onkosten heb jij gemaakt dan?” vraagt Peter nieuwsgierig aan het snotjoch.

“Ik heb die pen met de verborgen camera gekocht. Die kostte mij bijna € 150,-. Kijk, zo’n goedkoop pennetje van € 35,- gaat achterelkaar naar zijn mallemoer, daar heb je niks aan.”

“Zozo, en waar dan?”

“Gewoon, op het internet maar dan wel een juweeltje met 4 gb en achtentwintig uur opnamecapaciteit.” (Bron: http://www.spywebshop.nl)

“Ik zal wel eens zien,” belooft Peter.

Ze krijgen koffie aangeboden en oefenen volop mee. Of ze vooral duidelijk en luid willen praten! Na drie kwartier zit het erop. De deur naar een andere kamer heeft al die tijd open gestaan. Peter R. de Vries loopt naar die deur en zet hem nog verder open. Zelf blijft hij als een blok beton voor de andere deur staan die naar de uitgang leidt.

“Heren, komt u maar.”

Vier potige agenten in vol ornaat lopen om het bureau naar de jongens toe en slaan ze zonder veel omhaal in de boeien. Hun wereldje stort in. Hun heerlijke fantasieën in het afgelopen weekeinde over een koffer vol geld en kilo’s wiet in de tas spatten als zeepbellen uiteen. En vervolgens worden ze kwaad. Gloeiend kwaad dat Peter hen verlinkt heeft. Hij heeft godverdorie zelfs een kopie van de geheime film gemaakt zonder hun toestemming! Een werkkopie noemde hij dat. Wat een onbetrouwbare schoft! Die zal er later spijt van krijgen… De dienders hebben aan de verplichtingen voldaan die gelden bij een aanhouding. Nu zijn zij het die de gesprekken hebben opgenomen en ook de geheime opnamen vorderen die Peter met eigen materiaal heeft gemaakt. De usb-stick van Jack moet hij inleveren. Als ze even de andere kant opkijken, mag Justine eerst een kopie downloaden. Dat hoeft ze niet eens stiekem te doen! Ze weten toch niet dat dit de derde kopie is.


Twitter Facebook LinkedIn Volgen



Tanfana Godin van de Germanen

Shortlist column Tubantia

Een nieuwe misdaadthriller De Haagse hel

De zeven zusters

Eenmaal, andermaal, verkocht. Of breng een bezoek aan de bieb