Feuilleton De Amsterdamse escort-huurmoord Afl. 11
Feuilleton De Amsterdamse escort-huurmoord Aflevering 11
Hoofdstuk 11
Het MMB-team zet hun bagage in dezelfde kamers van de trekkershutten op camping Vliegenbos als toen ze de eerste keer daar kwamen in januari. Alleen is het nu al zondagmiddag, de 20e maart, en dat is wel jammer van het buitengewoon zonnige weekeinde. Een paar moesten hun tenniswedstrijd afbreken, lekker op de buitenbanen, en anderen waren onder de dekens aan het oefenen, lekker binnen. Ofschoon brigadier Dirk Tusscher er niet zo mee zat. Hij liep zich in zijn eentje te vervelen, nadat zijn verbinding met de datingsite Samen uit Samen thuis om 12.00 uur was verbroken. Hij mist het gezelschap van een lieve dame steeds meer. Hij krijgt graag liefde maar wil zeker ook net zo graag liefde geven.
Om drie uur begint mr. Pontius van der Luiten de briefing in het restaurant dat nog koud aanvoelt. Toch heeft Brenda van Breda de verwarming al om tien uur aangezet. Pontius vraagt of iemand nog speciaal nieuws over de escortservice heeft behalve Gerard Houttak en Brenda natuurlijk. Negatief. Op het eigen bureau in Coevorden, Hardenberg, Hengelo en Doetinchem vonden de bazen na geheim onderling overleg dat ze zich uitsluitend met andere zaken moesten bezig houden dan die van de MMB. Anders komen de eigen statistieken in de war. Bekrompen visie. Ze hebben wel allemaal in de krant van vorige week zaterdag gelezen over de seksoorlog in Amsterdam en de lekke autobanden affaire. Die strijd is kennelijk door deze of gene generaal gewonnen want de afgelopen week was het rustig aan het front en landelijke besmetting bleef uit. Er is geen enkele aangifte van een overtreding of een misdrijf binnengekomen inzake dit onderwerp. Pontius had ’s morgens al een voorbespreking gehad met inspecteur mr. Bertus van Smook en geeft nu een overzicht.
“In de nacht van vrijdag de elfde maart is de eigenaar van het escortservicebureau Het gouden Haantje vermoord. Vermoedelijk omstreeks elf uur 's avonds. Een kogel door zijn voorhoofd. Die kogel heeft dezelfde groeven als kogel 3 die in het plafond van de flat zat. Ergo: hetzelfde wapen, dezelfde dader. Maar wie? Wie komt er voor in aanmerking? Bertus en ik zijn ervan overtuigd, dat we het in de escortservice moeten blijven zoeken. Ook al door dat gedonder met die lekke banden bij de hoertjes. Wie kennen we in dat circuit? De gevaarlijke crimineel Martin de Hakkelaar, pardon, ehm…, Martin de Stotteraar en de baas van Het gouden Haantje die buiten de opzegtermijn zijn lidmaatschap bij zijn vakbond heeft opgezegd. Tuurlijk meneer Arthur vanM. en meneer David Bachmann. Allebei zwaargewichten in Florida geweest. Gerard heeft daar onderzoek naar gedaan en wat is jouw voornaamste conclusie, Gerard?”
Zonder aarzelen komt het antwoord: “Dat het eeuwig zonde is dat ik daar niet naar toe mocht vliegen voor een paar maanden.”
Een bulderend gelach is de reactie. Bertus lacht ook mee.
Dan serieus: “Alles ging via het internet en een paar lange telefoontjes naar Miami en Fort Lauderdale. In principe deden die twee daar in onze ogen niet zoveel verkeerds, behalve de handel in neppillen. VanM. dacht kanker te kunnen genezen met pillen aspirine. Dan ben je goed verkeerd bezig, dacht ik zo. Ze hebben niet alleen goudgeld verdiend maar ook goudgeld betaald aan boetes, advocaten en smeergeld. Miljoenen. Ongelooflijk. Dat is echt Amerika.”
“Ja,” vult Brenda aan, “nadat ze gingen samenwerken in de escortbusiness in Amsterdam zijn er waarschijnlijk
problemen ontstaan met de concurrentie die ze samen gingen oplossen. Met een paar handlangers weten we nu. We hebben sinds donderdag gepost bij de huizen van die twee en ook bij het pand aan de Nieuwezijds Voorburgwal van die vermoorde pooier. Het duurt niet lang meer, dan hangen ze wat ik jullie brom. Dat vind je allemaal terug in de dossiers die ik jullie heb gegeven. We weten dat er drie jonge kerels rondhangen. Ze rijden rond in een witte BMW, zijn vaste klant bij de coffeeshop, jaja, we worden al warm, hè?”
Gerard zegt blij: “Heel warm zelfs! Via de vingerafdrukken op het portier van die auto kwamen we bij de
identiteit van de chauffeur uit. Ene Tarik Yacoubi uit Marokko volgens de Vreemdelingenpolitie…”
Op dat moment springt Pontius bijna uit zijn vel en kijkt Bertus vol ongeloof aan. Deze haalt zijn schouders op alsof hij het niet wil horen. Dan loopt Pontius naar het tafeltje waar Gerard zit en grijpt hem stevig bij zijn bloes.
“Wat heb jij gedaan…? Heb jij vingerafdrukken genomen?” bijt hij hem met luide stem toe.
“Dat zeg ik net. Gewoon van zijn auto, was heel gemakkelijk,” antwoordt Gerard verbaasd en behoorlijk geschrokken door dit fysiek geweld.
“Mensen, let op,” preekt Pontius, “we hebben hier te maken met een onschuldige burger. Die wordt wettelijk beschermd tegen dit soort van praktijken. Deze Tarik Yacoubi is geen verdachte van een misdrijf of overtreding, althans dat is hem nooit officieel meegedeeld door dit team. Ook al heeft hij honderd moorden op zijn geweten, zolang hij niet door ons staande is gehouden of is gearresteerd, zolang blijven wij van hem af. Iedere advocaat maakt gehakt van ons. Dus worden de vingerafdrukken als onrechtmatig verkregen bewijs aangemerkt door de rechtbank als hij daar ooit voor verschijnt. Dus vrijspraak voor die meneer. Ergo: weggooien die vingerafdrukken. In de prullenbak ermee. En hoe heet deze meneer, Gerard Houttak?”
Als de brigadier inspecteur Pontius van der Luiten beter had gekend, had hij het aan de messcherpe toon
kunnen horen. Maar hij trapt er met beide benen in.
“Ehm, Tarik Yacoubi.”
“Nee, nee, nee, dat wéét jij niet,” gebaart Pontius theatraal en slaat met zijn vuist op het tafeltje, “dat moet jij hier en nu ter plekke vergeten en het hele team weet nergens van wat die Tarik betreft. Soit! Wij mógen geen fouten maken. Onthouden jullie dat nou toch eens. En jij vooral, Gerard! Verdorie!”
Als de inspecteur deze brigadier beter had gekend, had hij nooit zo’n toon aangeslagen. Dan had hij zich wel drie keer achter het oor gekrabd. Want deze politieagent heeft veel ellende meegemaakt in zijn leven. Teveel. Welk mens kan zijn zware last dragen? Een altijd stelende zoon aan de drugs, de andere zoon overleden na een ernstig verkeersongeluk met een zuiplap en zijn vrouw die zonder vergunning op de spoorrails ging liggen. Schier onmogelijk dit leed te verwerken maar Gerard werkt al die jaren met een zwaar pakket aan trauma’s gewoon door. Behalve als de grens wordt bereikt zoals nu. Als hij er overheen wordt geduwd. Een waas trekt voor zijn ogen, zijn oren klappen dicht, zijn handen beginnen te trillen. Wat wil die klotenklapper van hem? Waarom laat hij hem niet met rust? Hij doet toch zijn best? Dan ontploft zijn geest als bij een elektrische kortsluiting, zijn hersenen zijn uitgeschakeld. Brigadier Gerard Houttak springt op, flikkert met veel lawaai het tafeltje tegen de muur en staat oog in oog met zijn tijdelijke baas, hoofdinspecteur Pontius van der Luiten, chef van de MMB. Voordat deze met de ogen kan knipperen, heeft Gerard hem een dreun op zijn kin verkocht. En voordat de inspecteur kan vallen, voelt hij de tweede vuistslag al in zijn buik zodat hij met een geweldige schreeuw van pijn dubbelklapt. Volgens het boekje krijgt hij de genadeklap in de nek. Zijn licht gaat uit. Het blijft een hele poos doodstil in het restaurant op camping Vliegenbos. Wat zijn de gevolgen van deze niet te tolereren uitbarsting? Van beide kanten? Hoever reikt het begrip van de hoofdcommissaris voor deze wanhoopsdaad van Gerard Houttak?
Met zo’n zondags zonnetje komen de mensen vanzelf hun huis uit. Ze fietsen wat onwennig een eindje of maken een lange wandeling met de hond. De eerste lentedag. In Het Amsterdamse Bos rent de zwarte labrador alsof de duivel hem op de hielen zit. Via de Grote Speelweide, de Speelvijver, camping Amsterdamse Bos, Geitenboerderij Ridammerhoeve en de Bizonweide lopen ze nu naar de Kleine Vijver. Met een geweldige sprong duikt de labrador die 40 kg weegt het koude water in. Terug aan wal schudt hij zich uit. Het baasje roept verontwaardigd dat hij dat ergens anders moet doen. De labrador kijkt hem verwijtend aan, steekt zijn neus in de wind en snuift opgewonden. Hier valt iets te halen. Maar wat? Even later graaft hij een bot op, nou ja, feitelijk is het een been. Iets verderop vindt hij nog een been. Met een kreet van afschuw bekijkt het baasje de vangst en grijpt bevend naar zijn mobieltje. Na een kwartier staan er drie politiewagens bij de vijver. De speurhonden worden in toom gehouden. Het is al gauw duidelijk: de labrador heeft twee menselijke benen gevonden. Twee linker benen. Afgezaagd. Dus waar zijn de twee rechter benen? En de resten van minstens twee slachtoffers? Er komen nog twee politiebusjes aan. De manschappen verspreiden zich en onderzoeken met prikstokken minutieus de Kleine Vijver en de Speelvijver. In bootjes dreggen ze de bodems af. Daar vinden ze nog meer in plastic verpakte lichaamsdelen die verzwaard zijn met stenen. De hoofden ontbreken nog en dus concentreren ze zich op de camping. De honden hebben een makkie, binnen een half uur hebben ze beet in een diepe sloot. Het onderzoeksteam van de politie heeft twee complete slachtoffers met een kogelgat in hun voorhoofd. Zo op het oog kan het ene slachtoffer rond de dertig zijn, de andere veel ouder maar dat wordt nader gerechercheerd. Het is zondagmiddag, de 20e maart 2011, 17.10 uur. Een van de kogels zit nog achter in de schedel en wordt meegenomen voor nader ballistisch onderzoek. Vergelijking met de kogels die door het MMB-team zijn aangedragen, leert dat er een match is met kogel 3. Een succesje. De twee doden zullen wellicht uit de pooierwereld komen. Het gehele dossier wordt met spoed overgedragen aan de MMB. Een keerpunt in hun onderzoek?
Hoofdinspecteur mr. Pontius van der Luiten heeft een pleister op zijn kin en nog hoofdpijn en laat de leiding van de tweede briefing van deze dag over aan Bertus van Smook. Deze deelt mee dat Gerard Houttak door zijn huisarts is verwezen naar de gesloten inrichting van het Amphia ziekenhuis in Breda. Alleen daar was vandaag nog plaats in de polikliniek psychiatrie. Gerard had alleen maar geknikt en staarde voor zich uit zonder iets te zien. Verder praat Bertus er niet over om te voorkomen dat het team openlijk moet kiezen tussen Pontius en Gerard. Twee kampen…, het ergste wat een politieteam kan overkomen. De opdracht aan het team is duidelijk. Zoek twee pooiers die plotseling zijn verdwenen uit het Amsterdamse milieu. Dat moet toch opvallen? Zoek het pistool waarmee in het plafond van de flat in Haarlem is geschoten en waarmee nu twee pooiers zijn omgebracht. Wanneer zullen ze de daders in hun kraag kunnen vatten? Het eerste foutje van die criminelen moet hun ondergang zijn en dus een zege voor het team. Dan komen Jan Verbrugge en Max Boomkamp opgewonden het restaurant van camping Vliegenbos binnen. Ze hebben weer een rondje langs de hoeren gehouden. Het resultaat stemt hen zeer tevreden.
Jan vertelt: “Volgens de lijkschouwing moeten de twee hoertjes die verdronken zijn in het IJsselmeer omstreeks december 2010 om het leven zijn gebracht. Via via kwamen we bij een hoertje terecht die beweerde dat een vriendin van haar in die tijd overspannen was geweest. En dat ze drie weken in het buitenland vakantie had gehouden. Ze noemde haar Linda 2 want er is nog een Linda in dienst. Boeren noemen hun koeien ook Linda 2 maar dat geheel ter zijde. Linda 2 werkt voor de Karmeliet en die andere twee ook. Dat wisten we eigenlijk al. Ik bedoel van die twee slachtoffers. Dus wij denken meteen dat die pooier de dader is.”
Bertus reageert enthousiast: “Ja, ik voel hem. De Karmeliet ontdoet zich van de twee andere meisjes maar wat is zijn motief?”
“Precies,” antwoordt Max Boomkamp, “wat is zijn motief? Nou, laten we dat dan gewoon gevraagd hebben aan Linda 2. Het kostte ons wel een rib uit het lijf, chef. Ze wilde het volle pond. En waar bleef ons hoogtepunt? Afijn, eerst nog wat anders. Aan de muur van haar kamertje hing een ansichtkaart, zag ik. Zelf gekocht als souvenir, zei ze. En heel mooie opnamen van een strand. Welk strand? Haha, het strand van Miami, in Florida. Daar was ze op vakantie geweest en dat klopt dus met die andere verklaring van haar vriendin. En bij wie? Hoe heette die meneer…?”
“Dat kunnen wij niet raden, dus vertel het maar.”
Max gniffelt: “Meneer David Bachmann. Dus de relatie met de twee slachtoffers kan gelegd worden want er is nog meer te vertellen. Linda 2 raakte overspannen omdat ze getuige is geweest van de dubbele moord. Die meisjes, en zijzelf ook, weigerden om een paar dagen stiekem voor een nieuwe pooier te werken waarvan ze de naam niet eens wisten. Linda 2 ging alsnog overstag bij het IJsselmeer. Die andere twee niet. Ze heeft duidelijk veel gegil gehoord en twee plonzen. Zonder haar vriendinnen zijn ze naar Amsterdam teruggereden. Zij werd weer geblinddoekt. Het hele verhaal heeft ze in vertrouwen verteld aan de handlanger van de Karmeliet, ene Tarik Yacoubi! En ze gaf toe dat zij de tipgeefster is geweest.”
“Hoe weet Linda 2 dan wie de moordenaar is, zij was toch geblinddoekt, zeg je net?”
“Ja, dat klopt,” geeft Max toe, “maar hoe zij dat weet, kan ik niet zeggen. Ze weet zeker dat het de nieuwe pooier is geweest. Dat voelde zij. Echt bewijs ontbreekt nog. Maar we zullen hem pakken, die klojo.”
“En komt die Tarik onderhand niet in aanmerking als hoofdverdachte?” oppert Simone Poeldijk, “want die zou best voor zichzelf willen beginnen. Zo gaat het meestal bij criminele knechtjes. Ze willen allemaal baas worden.”
Pontius voelt aan zijn kin en concludeert: “Goed, jullie je zin want nu wordt het toch wel anders. Tarik is dus op de hoogte van strafbare feiten, twee moorden op prostituees om precies te zijn en voor die verzwegen wetenschap kunnen we hem in hechtenis nemen. Of hij de dader is, moet nog blijken. Welke ideeën heeft hij er zelf over? Verder verdenken we hem van betrokkenheid bij de andere moorden behalve van de moord op de gerant. Verzamel bewijzen van betrokkenheid bij de aankoop van de jerrycan, het benzine tanken en het uitbranden van de taxi. Vertel niets over de verklaring van David Bachmann tegen de Karmeliet. Kom op, het is nu bijna acht uur, om kwart voor negen vallen we binnen bij het huis van David Bachmann aan het Singel 285 en arresteren Tarik Yacoubi. Ik zal de officier van justitie inlichten en een huiszoekingsbevel laten opmaken. Duidelijk? En als jullie Gerard willen bezoeken, is het verzoek van de psychiater daar nog een poosje mee te wachten. Hij is er ernstig aan toe.”
De vondst van de twee doorgezaagde lijken in het Amsterdamse Bos blijft niet onopgemerkt. Wat heet! Direct al verzamelen zich grote aantallen kijklustigen en de pers op de Bosbaan en de Duizendmeterweg. De andere toegangswegen zijn ook afgezet. Het nieuws verspreidt zich als een lopend vuurtje door de stad en bereikt zo Tarik Yacoubi, Billie Waterschoot en Branko Chafik die met zijn drieën de zondagmiddag stukslaan in de snookerclub Final Touch aan de Prinsengracht. Dat vindt plaats na het feestje eerder op de middag in de Nieuwezijds Voorburgwal. Tariks telefoon gaat. Het is David die hem zegt om acht uur thuis te komen voor de gebruikelijke bespreking van de agenda van volgende week. De nieuw veroverde escortbureaus moeten vanaf het begin goed begeleid worden. Het oog van de meester… Tarik licht hem meteen in over de twee escortbazen die vroegtijdig zijn gevonden door een zwemmende labrador. David is woedend en scheldt de drie uit voor een stelletje krukken en oerdomme amateurs die nooit iets goed kunnen doen. Gelaten haalt Tarik de schouders op. Wat doet zo’n hond zo ver in het water? Toen zij er waren, was het water ijs- en ijskoud en dan ga je toch niet verder? Water is altijd in beweging en daardoor zullen er wel delen uitgespoeld zijn. Hij rijdt naar het Singel, zijn vrienden mogen door poolen tot ze er bij neervallen. Ze praten een half uur op de kamer van David. De woede van David is gezakt, hij lacht zelfs vriendelijk als hij zegt dat hij even naar boven moet. Na vijf minuten vraagt Tarik zich af wat zijn baas aan het doen is. Dan schrikt hij op van enorm glasgerinkel. Eerst ziet hij dat een stuk glas zijn bovenbeen heeft doorgeboord, dan spuit het bloed eruit. Hij voelt geen pijn. Niets. Meteen daarop volgt een knal die tot ver in de omtrek is te horen. Opnieuw glasgerinkel, nu bij enkele huizen langs de gracht. Tarik hoort het niet meer. De granaat is voor zijn voeten ontploft. De politie en de brandweer zijn snel ter plaatse. Van Tarik is niet veel over. Het moet een zeer krachtige granaat zijn geweest. Misschien zelfs een brisantgranaat. Een beginnend brandje is door David zelf geblust. De brandweer inspecteert de woning uitgebreid en nauwkeurig op instortingsgevaar. Een deur van Davids kamer ligt in de achtertuin. Big David maant de brandweercommandant voorzichtig te zijn met zijn spulletjes die nog heel zijn. Veel begrip oogst hij daar niet mee, de man heeft wel wat anders aan zijn hoofd dan een omgevallen vaasje van oma uit de vorige eeuw.
Precies om kwart voor negen arriveren twee auto’s met grote snelheid. De een komt van rechts, de andere van links. Er springen zes mensen uit die dan verbijsterd blijven staan. Als zoutpilaren. Dit hebben ze nog nooit meegemaakt. Het hele circus van blauwe en rode zwaailichten is al paraat. Toch niet om Tarik te arresteren? En de voorgevel! De helft ligt op straat.
“Wat is dit in godsnaam?” vraagt Pontius verbaasd aan een agent die bij de inganvan het pand vastberaden de wacht houdt.
Hij is gewoontegetrouw nonchalant over het rood-witte politielint gestapt en dat moeten burgers niet doen.
“En wie bent u, meneer?” is de strenge tegenvraag, “u hoort achter het lint te blijven of bent u blind?”
“Oh, sorry, hoofdinspecteur Pontius van der Luiten van het MMB-team.”
Hij laat zijn legitimatiebewijs zien.
“Prima. Iets na half negen is hier een granaat naar binnen gegooid. Twee collega’s werden een paar straten
verderop gewaarschuwd door een onbekende vrouw die getuige was van de explosie. Een dode die zich in de getroffen ruimte bevond. Geen schijn van kans.”
“Hoe weet u dat er maar een dode is?”
“Dat is de verklaring van de hoofdbewoner, meneer David Bachmann.”
“Waar is de getuige?”
“Helaas, die is pleite. We zoeken die vrouw nog steeds,” moet de agent tot zijn schande bekennen.
“En wie is die dode?” vraagt Pontius door.
“Ene Tarik Yacoubi, een van oorsprong Marokkaan,” antwoordt de agent naar eer en geweten.
“Wie heeft hier de leiding?” vraagt de officier van justitie, “daar wil ik wel even mee praten en ook met
meneer Bachmann.”
En zo wordt Big David opnieuw gehoord door Pontius en Bertus en luistert de officier van justitie
belangstellend mee. David ziet er nog steeds geschrokken uit. Hij verklaart dat hij zich op het moment van de ontploffing toevallig op de bovenste zolderetage bevond om naar zakelijke papieren te zoeken. In feite had hij in de kamer moeten zijn waar de ontploffing plaatsvond en had Tarik een etage hoger moeten zijn. Normaliter is hij op dit tijdstip altijd in deze kamer aan het werk. Dus is hij op het nippertje ontsnapt aan deze gewelddadige aanslag.
“U weet van mijn eerste verklaring, meneer,” zegt David tegen Pontius, “en nu herhaal ik de beschuldiging: Arthur vanM. heeft zonet een tweede aanslag op mijn leven gepleegd. Ik eis dat u hem arresteert. Het bewijs in het hotel vond u te mager. Wilt u nu nog meer bewijs? Een granaat, meneer! Erger kan het niet.”
“Nee, u hebt gelijk dat het bijna niet erger kan maar wij moeten onomstotelijk bewijs hebben dat meneer vanM. de granaat heeft gegooid. Of dat die namens hem en in zijn opdracht is gegooid. Zijn er meer getuigen? Daar zullen wij onderzoek naar doen en zodra we meer weten, zullen we u op de hoogte brengen. Overigens mijn medeleven met uw omgekomen medewerker. We zullen uw tweede verklaring op schrift stellen en dan kunt u hem later tekenen. Nu hebben wij een andere taak, helaas, maar wij hebben een huiszoekingsbevel in verband met het vermoeden dat uw medewerker op de hoogte was van twee gepleegde moorden. Hier hebt u het bevelschrift.”
Het MMB-team zet het hele huis op de kop op zoek naar het wapen waarmee een of meerdere moorden kunnen zijn gepleegd. De andere agenten zoeken gratis mee nu ze er toch zijn. Ze vinden het pistool heel eenvoudig onder de onderbroeken in een la van het nachtkastje dat naast het bed van Tarik staat. Splinternieuw in vetvrij papier, waarschijnlijk nog nooit gebruikt maar dat wordt wel forensisch wetenschappelijk onderzocht. De officier van justitie laat het wapen in beslag nemen aangezien er geen bijbehorend geldig Nederlands Wapenverlof kan worden getoond. Logisch, want de jonge eigenaar is niet meer, is uit de tijd. Zou hij anders een antwoord hebben gegeven op de vraag waarom dit pistool wel erg vlot voor het grijpen lag?
David verklaart desgevraagd waarom Tarik een pistool bezat. Tarik was bang voor eerwraak uit Marokko. Hij zou daar een meisje zwanger hebben gemaakt. Zij was al gestenigd. De familie zou deze kant op komen en dan kun je beter goed voorbereid zijn. Ja, toch? Dan vraagt Dirk Tusscher vriendelijk aan David of hij hem vrijwillig informatie wil verschaffen. Over de escortbusiness want dat was toch zijn specialiteit? Ook in Florida? David knikt en zegt dat hij alles zal vertellen wat hij weet.
“Hebt u wel eens iets gehoord over het bureau Samen uit Samen thuis?”
“Jazeker. Groot bureau.”
“Ja, ik ben er zelf ook lid van. Maar vanmiddag om twaalf uur lag hij plat. Daarna werkte hij weer, toen ging hij weer op zwart. Ik heb van kennissen gehoord dat er uiteindelijk een bericht op iedere pc verscheen waarbij door de directie werd opgeroepen gratis naar een ander escortbureau te gaan.”
“Zozo, welk bureau?” vraagt Big David nieuwsgierig.
“Naar King&Queen dating. Wel eens van gehoord?”
“Jazeker, dat bureau is van ons. Van vanM. en mij. Pas opgericht. Alle vergunningen en inschrijvingen zijn
aanwezig. Vreemd. Ik heb er nog niets van gemerkt maar ja, wat wil je na zo’n aanslag. Ik ben blij dat ik leef.”
“Maar hoe verklaart u dan zo’n bericht om naar u over te stappen? Zoiets zou u toch ook niet doen? Verwijzen naar de concurrentie! Dat is toch niet normaal?” zegt Dirk op vertrouwelijke toon.
David haalt zijn schouders op: “Ik zou het echt niet weten. Het kan niet anders dan dat de directie van Samen
uit Samen thuis dat bericht zelf op haar eigen site heeft geplaatst. Anders moet je de webserver uitschakelen en dat kan niet.”
“Waarom? Waarom zouden ze dat doen?”
“Om schadeclaims te voorkomen natuurlijk. Denk ik, hoor.”
Dirk kijkt naar Pontius die gebaart dat hij ook geen vragen meer heeft. Maar vertrouwen doen ze het ook weer niet. Gelul over webservers is nog erger dan gelul over hoe je een raket naar de maan schiet. Dirk doet nog een vertwijfelde poging.
“Wat weet u van Vlinders Escort?”
“Vlinders Escort? Niets, alleen dat het een heel klein bureau is. Nogal duur. Dus dat schiet niet op. Hangt onderaan. Gaat misschien wel failliet binnenkort.”
“Bedankt.”
Nu weet Dirk zeker dat Big David liegt. Vlinders Escort hangt bepaald niet onderaan. Martin Kok en Dino Soerel zijn geen jongens die zich waar dan ook onderaan laten hangen. Nog enigszins in de war door de onverwachte gebeurtenissen vertrekken ze allen naar camping Vliegenbos, behalve inspecteur Bertus van Smook. Die rijdt door naar de Karmeliet om hem te vragen of hij weet op welke kamer David Bachmann doorgaans werkt. Nee, hij is geen verdachte, Bertus wil een verklaring van David verifiëren. Het antwoord is duidelijk.
“Op de eerste verdieping. Daar ben ik zelf geweest en heb daar een bespreking gehad. Zakelijk. Mooie kamer, mooi uitzicht op de gracht.”
Bertus rijdt nu ook terug naar de camping. Met een tevreden gevoel, dat wel. Met deze wetenschap is de
Karmeliet bijna geen serieuze kandidaat meer. Tenzij de gooier van de granaat het souterrain heeft meegeteld als etage. Dat zou zo maar kunnen. En dan is de Karmeliet wel weer in beeld. Ze zullen die tweede verklaring van David zo gauw mogelijk opstellen en dan eens kijken of ze hem kunnen arresteren. De Karmeliet zal toch niet als tweede opgeblazen worden? Wie voor de fles whiskey heeft gezorgd, is niet bekend maar hij stond wel op tafel. En voor de dames een koffielikeurtje. Het team praat nog even door over koetjes en kalfjes. Ze zijn allemaal moe en onder de indruk. God, wat kreeg Pontius een dreun van Gerard! Hoeveel ellende kan een mens verdragen? Zullen ze hem ooit nog weerzien?
Het onderzoek op de pd gaat intussen volop door. De FO wacht de uiterst onaangename taak zoveel mogelijk overblijfselen van Tarik te verzamelen. En ze willen ook alle restjes van de granaat. Staat daar dan een naam op of zo?
David belt ondertussen met zijn makelaar die gapend opneemt. Laat of niet laat, als hij zijn commissie wil opstrijken, moet er hard voor gewerkt worden, dat is in Amerika heel gewoon. Morgen, maandagmiddag of maandagavond, de 21e maart, wil Big David verhuisd zijn naar een ander pand. Het Singel 285 mag zonder voorgevel per direct in de verkoop, maar of dat ooit zal gaan lukken? Hoe zal de verzekering reageren? Menige aspirant-koper zal het idee tegenstaan om de drie muren opnieuw te moeten behangen.