Feuilleton Aflevering 39

De tweede moord in Baaiduinen

Aflevering 39 12-6-2019

Er gaan nog een paar telefoontjes heen en weer tussen Terschelling, Coevorden, Arnhem en Hengelo. De woning van Alex wordt al vanaf 21.15 uur constant geobserveerd door Wim Voorberg aan de voorkant en Max Boomkamp aan de achterkant. Wim houdt wel van makkelijke klusjes, lekker op de achtergrond, een hulpje voor anderen, die daar simpelweg misbruik van maken. Sommige collega’s vinden, dat hij gewoon te lui is om hard te werken en er overal de kantjes vanaf loopt. Het zal hem worst wezen. En dat is aan zijn overhangende buik goed te zien.

Jan Bakker heeft Max uitgelegd hoe de situatie in de achtertuin eruit ziet. Simpel, klinkers, geen diepe vijvers. Ze weten dat hij thuis is. Wim heeft om 21.35 uur gezien en doorgegeven, dat hij eerst zijn gordijnen op de eerste etage dichtdeed en daarna zijn gordijnen achter de voordeur dichttrok. Het is dus mogelijk dat Alex in bed ligt. Des te beter. Dan rukken ze op het hoofdbureau in Hengelo uit met een politiebusje en een snelle burgerwagen. Het is maandagavond, 22.15 uur, 15 december. Buiten is het flink koud. Dat zal wel weer een nachtvorstje worden van min zes. Inspecteur Pontius van der Luiten, Elsbeth, Ronny en Harry zijn er klaar voor. Elsbeth voelt de spanning in haar buik. Er staat iets te gebeuren en nooit weet ze hoe het afloopt. Daarom is ze ook bij de politie gegaan. Die moord op een meisje van vier is nu al weer twee jaar geleden maar Elsbeth wordt iedere dag stiller en banger ondanks dat ze bij de psychiater loopt. Thuisblijven heeft geen zin voor het genezingsproces, is zelfs funest, zegt hij die ervoor heeft doorgeleerd. Nou dan! Wie het beter weet, mag het zeggen. Dat Elsbeth het geen drie maand meer uithoudt in de buitendienst, weet iedereen in het district, die er niet voor heeft doorgeleerd. Ronny Bosch is te vergelijken met een vaars die voor het eerst gras ruikt in de lente. Onberekenbaar. Een gevaar voor iedereen die hem tegen wil houden. Maar ook: een belofte voor de toekomst mits zijn mentor hem in het gareel kan houden. Een zware klus voor Harry.

Zoals gebruikelijk is er op de maandagavond niet veel spannends op de tv. Alex heeft zijn hoofd er ook niet echt bij. Dat middagdutje is een avonddutje geworden en hij voelt zich loom en lusteloos. Het liefst was hij ergens anders op deze wereld. Maakt niet uit waar, als het maar ver weg is. En warm. Samen met Gerda of Susanne maar tja, dat gaat niet. Hij schrikt op als de bel gaat. Nu nog? Tjeetje, wat een hard geluid. Als versteend blijft hij zitten. Dit is geen verjaardagsvisite of een gladde jongen die hem lid wil maken van de Nuon of een abonnement wil aansmeren met een gratis mobieltje. Intuïtief voelt hij aan wie er voor zijn deur staan. Opnieuw gaat de bel. Zie je wel, die verrekte lui zijn altijd zo ongeduldig. Waarom doen ze niet normaal? Alex springt op, rent naar de gang zonder lawaai te maken. Gelukkig dat hij de gordijnen uit gewoonte voor de deur heeft geschoven. Nu kunnen ze hem niet zien. Dat is in zijn voordeel en zien of niet gezien worden, kan net het verschil maken. Het is een kwestie van seconden. Met grote sprongen neemt hij de trap. Opnieuw klinkt de bel. Op dit moment kan het niet lang meer duren, denkt Alex en hij heeft gelijk.

Er wordt wat geschreeuwd. Een zware bons tegen de voordeur. De volgende bons wacht Alex niet af. Hij is nu op de logeerkamer, opent zachtjes het kleine raam en klimt erdoor. Als hij buiten op het platte dak van de uitbouw staat, duwt hij de hendel voorzichtig omhoog, totdat die vanzelf zo blijft staan en drukt dan het raam weer dicht. Een tik er tegen aan en de hendel valt in de iets ruimer gemaakte sluiting. Zo, da’s mooi gelukt. Oefening baart kunst. Dan hoort hij gestommel in zijn eigen tuin. De buitenlamp floept aan. Natuurlijk, via die kant zullen de cowboys ook wel aanvallen. Hij drukt zich tegen de achtergevel, bukt zich diep en laat zich op zijn buik over de dakrand zakken. Met een kleine sprong staat hij midden in de struiken van de buurman. Zonde van zijn pantoffels.

Die ouwe man heeft zijn tuindeur ook altijd op slot, weet hij maar dáárnaast hebben ze een tuinhekje van een meter, dus da’s te doen. Snel en geruisloos bereikt Alex de laatste hindernis naar zijn vrijheid. Hij vertrouwt erop dat door het gebons en geschreeuw de buren automatisch op dat lawaai afkomen en niet in hun eigen achtertuin zullen gaan kijken. Dan pas merkt hij hoe koud het is. Dit is niet te doen, zeg. Er was ook geen tijd om een jas van de kapstok te grissen. Als hij zo in zijn vest en op pantoffels over straat loopt, wordt hij meteen in de kraag gevat en in een psychiatrische inrichting gegooid. Dus komt zijn noodplannetje goed van pas. Tenminste, als het verder allemaal lukt.

De rechercheurs hebben intussen de voordeur open geramd. De achterdeur blijft gespaard want die was nog niet op slot. Bovendien gaat die naar buiten open. Ze schreeuwen nogmaals dat ze van de politie zijn en maken meer lawaai dan een kudde op hol geslagen gnoes. Met zijn vieren gaan ze de trap op, twee stormen door naar de zolder. Uit het boekje. De verbazing is groot. Geen Alex te zien.

“Niks hier!”

“Hij moet thuis zijn,” schreeuwt Pontius naar boven.

Nou, als deze inspecteur schreeuwt, vliegen de spreeuwen aan de andere kant van de stad nog verschrikt uit de boom. Een verschrikkelijk harde stem heeft die man.

“Godverdomme, hier is ie niet,” brult Harry van de weeromstuit terug vanaf de zolder.

“In de slaapkamers ook niet,” gilt Elsbeth met haar hoge stem, “ook niet in de badkamer. En alle ramen zijn dicht.”

Meteen beseft Harry dat hij Elsbeth alleen heeft gelaten. Een ongelooflijke blunder. Het is in feite onverantwoord, dat Pontius haar nu op pad stuurt. Met twee sprongen neemt hij de trap en rukt de deur van de badkamer open.

“Alles goed, meissie?”

Ze knikt. Dan rilt ze over heel haar lichaam. Dat kindje had toch recht op haar leven?

“Het gaat wel weer, Harry. Bedankt.”

Samen lopen ze naar beneden waar Pontius vloekend als een ketter rondbanjert.

“Max, kijk onmiddellijk in het schuurtje, misschien zit ie daar.”

Maar Max komt terug met de boodschap dat er slechts een herenfiets staat. En veel rommel, een werkbank, een kratje bier en een lege kast zonder deur. Althans, wel gereedschap maar geen Alex erin. Met zijn allen staan ze bedremmeld in de woonkamer en snappen er niets van. Pontius pakt de afstandsbediening van het glazen tafeltje en drukt kwaad de tv uit maar die reageert daar niet op.

“Wat een kreng.”

“Die moet je uit pissen, Pontius,” lacht Max maar niemand lacht mee.

Wim wordt opgeroepen om zich direct in de woning te melden. Hij heeft immers gezien dat Alex thuis was. Hoe kan dit dan? Heeft hij geslapen? Hebben zij staan te slapen? Dan krijgt Max een ingeving.


Twitter Facebook LinkedIn Volgen



Tanfana Godin van de Germanen

Shortlist column Tubantia

Een nieuwe misdaadthriller De Haagse hel

De zeven zusters

Eenmaal, andermaal, verkocht. Of breng een bezoek aan de bieb